3. De Nederlandse addertjes onder het Spaanse uitspraakgras

3.3. De ergste addertjes

3.3.2. /r/ en /rr/


Dit is één van de moeilijkere hoofdstukken van de Spaanse fonetiek. Zaak is om vol te houden, zodat de in het begin wat artificieel klinkende erre múltiple na verloop van tijd vrij vlot en natuurlijk uitgesproken zal worden. Laat dus de moed niet zakken, want deze twee klanken zijn zeer frequent en typisch voor het Spaans (NAVARRO (1966: §§ 70 en 132) en CAMARERO (1981: 344)). Bovendien zijn de twee triklanken ook distinctief, d.w.z. dat er woorden zijn -met over het algemeen een totaal verschillende betekenis- die alleen maar van elkaar verschillen door de aanwezigheid van in het ene geval een erre simple (/r/) en in het andere geval een erre múltiple: ook in het Spaans kan je je geliefde beminnen (amara van amar) en/of haar binden (amarra van amarrar)...

Als je een tongpunt-r hebt, dan kun je misschien in het begin wat moeilijkheden hebben om de erre múltiple (/rr/) uit te spreken, vooral dan in bepaalde contexten. Heb je echter een huig-r, dan ligt de zaak iets delicater. Het is in het verleden ooit anders geweest, maar vandaag de dag beschouwt het Nederlands gelukkig de tongpunt-r en de huig-r als twee evenwaardige varianten -hoewel professionele sprekers aangeraden wordt een tongpunt-r te gebruiken omdat deze minder vermoeiend zou zijn (TERMOTE & TIMMERMAN (1985: 45). In het Spaans wordt echter de huig-r NIET getolereerd. Als je dus zo goed mogelijk het Spaans van de Spanjaarden wil benaderen, dan doe je er goed aan om in dit hoofdstuk de tongpunt-r in te oefenen.

Om de /r/ en de /rr/ in te oefenen, vind je hier de basisoefeningen, maar wie er niet in slaagt de tongpunt-r uit te spreken, vindt in het boek een oefenpakket om als huig-r-spreker je de tongpunt-r eigen te maken. Dit pakket is speciaal hiervoor ontwikkeld op basis van bestaande Nederlandse en Spaanse vakliteratuur en handboeken, gekoppeld aan eigen ervaringen op dit vlak. Het staat vast dat iedereen een tongpunt-r kán uitspreken, maar dat het voor de ene wat meer inspanningen vergt dan voor de andere. Wij verplichten natuurlijk niemand om de huig-r in het Spaans achterwege te laten. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken of het de inspanning waard is om ze voor zijn gebruik van het Spaans in te oefenen.

A. kapstokken

1. Schrijfwijze:

erre simple (/r/) = altijd r geschreven

erre múltiple (/rr/)= in principe rr, maar r aan het begin van een woord en ook na n, l, s en een b die tot de vorige lettergreep behoort


2. Uitspraak:

rr = altijd /rr/ (meerdere trillingen): vb. Marruecos

r = /r/ (Bruselas, querer), UITGENOMEN

(voor absolute beginners) aan het begin van een woord: Roma

(voor wie wat veeleisender is) na n, l, s en een b die tot de vorige lettergreep behoort: honra, alrededor, Israel, subrayar

De ervaring leert dat, als je moeilijkheden hebt om de /r/ meerdere keren te laten trillen, zonder dat het al te geaffecteerd klinkt, je dan ook de tongpunt wat meer naar boven en naar achter kunt ombuigen, om dan eerder het achterste deel van de tongrug te laten trillen dan de tongpunt zelf. Ook SÁNCHEZ & MATILLA (1988: 72) beschrijft trouwens een verschuiving van de tong naar achteren.

PS. De /s/ die gevolgd wordt door een erre múltiple (vb. Israel, las rejas, dos reales), valt in het “standaard-Spaans” meestal weg of wordt -in een verzorgde uitspraak- vervangen door een soort /h/, waarbij als compensatie het aantal trillingen van de erop volgende erre múltiple vermeerdert (QUILIS (1993: 251), NAVARRO (1966: 108 et ss.)).

Voor meer achtergrond, alsook voor een visualisering van de articulatieplaats, zie de desbetreffende hoofdstukken in het boek.


B. woordjes

1. 2. 3. 4. 5(bis).
persa
flor
Madrid
Santander
ornamento
Rusia
Roma
resolución
reducción
rastro
irracional
bancarrota
barro
barrio
Tarragona
coro - corro
para - parra
pero - perro
vara - barra
foro - forro
honra
Israel
subraya
Enrique
alrededor

C. frequente combinaties

* /r/ = andere kleur; /rr/ = andere kleur + onderstreept

5. ¡Qué barbaridad!
Vreselijk!
6. Me importa un bledo.
Het kan me geen moer schelen.
7. ¡Qué rollo!
Hoe vervelend!
8. ¡Qué horror!
Verschrikkelijk!
9. No hay más remedio.
Er zit niks anders op.
10. Me importa unrábano.
Het kan me geen moer schelen.
11. ¿Qué me recomienda?
Wat raadt u me aan?
12. Abróchense los cinturones y apaguen sus cigarrillos.
Veiligheidsgordels om en sigaretten uit.

D. rijmpjes en zegswijzen

13. Tres tristes tigres comían trigo en un trigal.
Drie droevige tijgers aten tarwe op een tarweveld.
14. El cielo está enladrillado con ladrillos de cristal. Aquel que lo desenladrille buen desenladrillador será.
De hemel is bevloerd met glazen tegels.
Wie erin slaagt om die vloer weg te halen zal wel een goeie ontvloerder zijn.
15. El perro de San Roque no tiene rabo, porque Ramón Ramírez se lo ha cortado.
De hond van San Roque heeft geen staart, omdat Ramón Ramírez er hem heeft afgesneden.
16. Estaba un rey comiendo arroz, tanto comió que reventó.
Er was eens een koning en die at zoveel rijst dat zijn buik ontplofte.

E. zinnetjes

17. Te miré, me miraste y nos enamoramos.
Ik keek naar jou, jij naar mij en we werden op slag verliefd.
18. El ser torero es una tarea muy dura.
Stierenvechter zijn is een zeer zware opgave.
19. El ferrocarril corre tan rápido como tu carro.
De trein rijdt even snel als je kar.
20. Enrique rompió mi radio y tu reloj.
Enrique maakte mijn radio en je uurwerk stuk.
21. Te querré, te amaré y serás mi reina.
Ik zal je liefhebben, ik zal van je houden  en je zal mijn koningin zijn.
22. Por carretera se llega a Madrid en 8 horas, ... por ferrocarril quizás mañana.
Langs de weg bereik je Madrid in 8 uur.  Met de trein... morgen misschien.

F. en als toetje...

23. Parra tenía una perra y Guerra tenía una parra.
Si la perra de Parra no se hubiera subido a la parra de Guerra, no hubiera habido guerra entre Parra y Guerra.

Parra had een hond en Guerra een wijnstok.
Was de hond van Parra nu niet op de wijnstok van Guerra gesprongen, dan was er geen oorlog geweest tussen Parra en Guerra.
24.

Uit FERNÁNDEZ (1992):

"Debajo de un carro había un perro.
Vino otro perro y le mordió el rabo".

Onder een kar lag er een hond.
Er kwam een andere hond en die beet in de eerste zijn staart.
25. No me mires que nos miran,
nos miran que nos miramos,
miremos que no nos miren
y cuando no nos miren, nos miraremos,
porque si nos miran que nos miramos
descubrir pueden que nos amamos.

Kijk niet zo naar me, want ze kijken naar ons.
Ze zien dat we elkaar bezien. Laten we erop toezien dat ze ons niet zien.
En wanneer ze ons niet bezien zullen we elkaar bezien,
want als ze zien dat we elkaar bezien,
dan zouden ze kunnen zien dat we van elkaar houden.

Voor meer woordjes, zinnetjes, rijmpjes en gedichtjes, zie de desbetreffende hoofdstukken.