3. De Nederlandse addertjes onder het Spaanse uitspraakgras

3.2. De lettertjes onder de addertjes

3.2.3. De letter h


A. kapstokken

1. De h wordt nooit uitgesproken!
2. Vergeet ook niet dat de c en de h samen de medeklinker ch vormen, die [tò] uitgesproken wordt.

B. woordjes

1 2 3 4
higiene
hipnosis
Honduras
Haití
hostil
hábil
humor
humilde
héroe
huésped
adhesión
Chihuahua
alcohol
cacahuete
bahía
La Habana

C. frequente combinaties

5. Hola, ¿qué hay?
Hallo, hoe gaat het?
6. Ni hablar, hijo.
Geen sprake van, jongen.
7. ¡No hay de qué!
Graag gedaan.
8. Ha sido un placer.
Het is met plezier gedaan.

D. rijmpjes en zegswijzen

09. Del dicho al hecho hay un gran trecho.
Vlugger gezegd dan gedaan.
10. El hábito hace al monje.
Men kent de monnik aan zijn pij.
11. Hierba mala nunca muere.
Onkruid vergaat niet.
12 Hijo no tenemos y nombre le ponemos.
Men moet de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is.
13 El hombre pone, y Dios dispone.
De mens wikt, God beschikt.

E. zinnetjes

14. Me hace mucha ilusión fumar un cigarrillo, pero parece que ahí se prohíbe fumar.
Ik heb zo’n zin in een sigaret, maar ’t schijnt dat het er verboden is te roken.
15. ¡Hola (h)ola!, dice el humorista haitiano a la ola.
Hoi golfje, zei de Haïtiaanse humorist aan de golf.
16. El hipócrita es muy hábil: hizo un homenaje a la honestidad.
De hypocriet is zeer handig: hij stak een lofrede af over de eerlijkheid.

F. en als toetje...

Raadseltje uit eds. ANAYA (1975: 44 & 49):

17. Llevo mi casa al hombro, camino sin una pata, y voy marcando mi huella con un hilito de plata.
Ik draag mijn huis op mijn rug, ik stap zonder benen en het spoor dat ik achterlaat is als een zilveren draadje.
18. Canción popular: La cucaracha

La cucaracha, la cucaracha
ya no puede caminar,
porque no tiene, porque le falta
marihuana que fumar.

De kakkerlak, de kakkerlak kan niet meer gaan,
want hij heeft geen marihuana meer om op te roken.