|
3. De Nederlandse addertjes onder het Spaanse uitspraakgras |
3.2. De lettertjes onder de addertjes
3.2.4. De letters ll, y en i
A. kapstokken
1. De i wordt als zwakke klinker van een tweeklank /j/ uitgesproken (vb. bien) en in de andere gevallen /i/ (vb. Birma, reí).
2. De ll wordt steeds meer /j/ uitgesproken; de ll is in het Spaans één enkele medeklinker, niet een dubbele l!
3. De y mag bijna altijd /j/ uitgesproken worden, maar in sommige -geïmporteerde- woorden moet ze /ʤ/ uitgesproken worden, zoals in yihad (nds. yihaad), en in één geval /i/, nl. als het voegwoord y ('en'). Traditioneel maakt men in het Spaans een verschil tussen de uitspraak van de i als halfklinker in een tweeklank en die van de letters y en ll. Voor de modale Spanjaard en -a fortiori- voor de Nederlandstalige is dat verschil nauwelijks te horen, waardoor we er pas in de tweede module in het boek verder op ingaan en ze hier voorlopig zoals BOWEN & STOCKWELL (1960) en DALBOR (1969) als één klank beschouwen.
4. Als een woord eindigt op een y, dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep (Monterrey): y is immers een medeklinker! Wanneer een woord eindigt op een klinker -of die nu deel uitmaakt van een tweeklank of niet-, dan valt de klemtoon echter op de voorlaatste lettergreep (yoquei)).
Voor een verdere discussie van deze punten, zie Module 2 in het boek.
B. woordjes
l + i + a/o = /l/ + /ja/ of /jo/ = /lja/ of /ljo/
ll = y = /j/
1. |
balia, valla, vaya |
2. |
alias, hallas, ayas |
3. |
Amalia, amalla, amaya |
4. |
galio, gallo, gayo |
5. |
olio, ollo, hoyo |
6. |
polio, pollo, poyo |
7. |
oliar, ollar, oyar |
C. frequente combinaties
D. rijmpjes en zegswijzen
E. zinnetjes
F. en als toetje...
Uit eds. ANAYA (1975: 73 & 84)
|
|