1. De Bijbel

1.1. De klinkers

In dit eerste hoofdstuk worden de bouwstenen aangebracht van de relatie tussen schrijfwijze en uitspraak, zowat de 'bijbel' van het Spaans, maar een heel korte en makkelijke dan, want met die paar regeltjes zul je bijna zonder fouten een tekst kunnen neerschrijven of lezen waar je misschien niets van begrijpt. In de meeste andere talen is de batterij regels veel beperkter en moet je van veel woorden reeds de schrijfwijze of uitspraak kennen om ze correct te kunnen schrijven.

De Spaanse taal kent maar vijf klinkers:

letter I.P.A.-symbool * Nederlandse klank NIET! voorbeeld
1. a a = "aa" (staak)   stak Madrid
2. e ɛ = "e" (stek) steek of steken   Barcelona
  i i = "ie" (piek) pik Madrid
  o ɔ = "o" (pol) pool Barcelona
3. u u = "oe" (poer) puur of bus Burgos
* I.P.A. = International Phonetic Alphabet
  • De letter wordt dus als een medeklinker beschouwd (uit te spreken als /j/), uitgenomen in het voegwoord y (/i/).
  • De klank /y/ (zoals in Tuur) bestaat niet!
  • De /ə/-klank (zoals in steken) bestaat al evenmin.