1. De Bijbel

1.3. De klemtoon

In ieder meerlettergrepig woord wordt één van de lettergrepen wat meer benadrukt dan de andere. Dikwijls draagt die lettergreep ook een geschreven accent. We beschikken, in tegenstelling tot het Italiaans, over enkele zeer eenvoudige en sluitende regels, waarvan we nu enkel diegene bespreken die nodig zijn om de meest frequente woorden te kunnen lezen.

1) In de meerlettergrepige woorden die eindigen op een klinker of een n of een s, valt de -niet geschreven- klemtoon op de voorlaatste lettergreep. Indien dat niet het geval is -t.t.z., als dat woord anders beklemtoond wordt-, dan moet op de lettergreep die wél beklemtoond wordt, een accent geschreven worden (in de transcripties duidt een weglatingsteken voor een lettergreep aan dat die bewuste lettergreep beklemtoond wordt).

Vb.: Mendoza, Alicante, Oviedo. 

Bélgica, Medellín, Aragón (in deze reeks zou de klemtoon normaal op de voorlaatste lettergreep moeten liggen, maar de respectievelijke uitspraak is /’bɛl-xi-ka/, /mɛ-dɛ-‘jin/ en /a-ra-‘gɔn/; dus: er moet een accent geschreven worden om de uitspraken /bɛl-‘xi-ka/, /mɛ-‘dɛ-jin/ en /a-‘ra-gɔn/ te vermijden).

2) In de meerlettergrepige woorden die eindigen op een medeklinker, niet gelijk aan n of s, valt de -niet geschreven- klemtoon op de laatste lettergreep. Indien dat niet het geval is, dan moet op de lettergreep die wél de klemtoon draagt, een accent geschreven worden. Uit de eerste 2 regels volgt logischerwijze dat al de woorden met de klemtoon op de derde laatste lettergreep of nog ervoor, een geschreven accent dragen.

Vb.: Jerez, Veracruz, Ecuador.

Cádiz, Tánger, Almodóvar (om uitspraken zoals /ka-‘diθ/, /taŋ-‘xɛr/ en /al-mɔ-dɔ-‘bar/ te vermijden, moet er een accent geschreven worden).

3) Tweeklanken en drieklanken = een fonetische combinatie van één of twee halfklinkers enerzijds (/j/ of /w/) en één volle klinker anderzijds (/i/, /ɛ/, /a/, /ɔ/ of /u/), die samen worden uitgesproken (vb. /jɛ/, /ɛj/) en één lettergreep vormen.

Schrijfwijze:

- a/e/o (sterke, volle klinkers) + i/u (zwakke klinkers) of i/u + a/e/o; de zwakke klinkers fungeren als halfklinker of -medeklinker: ze worden dus niet echt als een klinker uitgesproken, maar als een halve medeklinker, respectievelijk /j/ en /w/.

ie = /jɛ/ ei = /ɛj/ ue = /wɛ/ eu = /ɛw/
ia = /ja/ ai = /aj/ ua = /wa/ au = /aw/
io = /jɔ/ oi = /ɔj/ uo = /wɔ/ ou = /ɔw/


37. Janeiro, Lovaina, Europa, Oviedo, Huelva, Guatemala, Chihuahua, Buenos Aires.  

Let vooral op met de volgende combinaties:

niet wel voorbeeld
37(bis). au /ɑw/ /aw/  Laura
38. eu /ø/  /ɛw/ Europa
39. ue /y/  /wɛ/ bueno
40. ie /i/  /jɛ/ bien
41. io /ijo/  /jɔ/ Antonio
42. ia /ija/   /ja/ Antonia
43. ua /ywa/  /wa/ guapa
44. uo /ywo/   /wɔ/ cuota

- Als de twee zwakke klinkers samen een tweeklank vormen, dan wordt de tweede opener uitgesproken dan de eerste. De tweede fungeert dan eigenlijk als volle klinker, de eerste als halfklinker: ui wordt dus /wi/ uitgesproken, iu /ju/.

iu = /ju/ ui = /wi/

Vb.: Huila, Luis, Liure, Piura, Ruiz, Suiza, Luisa.

niet wel voorbeeld
45. iu /jy/ /ju/ Liure
46. ui j/ of /uwi/ /wi/ Luis

Soms komen /j/ en /w/ overeen met, respectievelijk, y of ll en ü of w. Maar niet alle Spanjaarden spreken de y en de ll als een /j/ uit (cf. Module 2 in het boek). Als een woord eindigt op een y, dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep (Monterrey): y is immers een medeklinker! Wanneer een woord eindigt op een klinker -of die nu deel uitmaakt van een tweeklank of niet-, dan valt de klemtoon echter op de voorlaatste lettergreep (yoquei)).

47.

mayo, calle, güisqui, whiskey

- Pas op! Als de klinkers ui of ue na een g of q komen, dan hoort de u bij die medeklinker, die samen respectievelijk /g/ en /k/ worden uitgesproken. Hier is er dus geen sprake van een tweeklank.

48. Guinea /gi-‘nɛ-a/, Aquisgrán /a-kis-‘gran/, Miguel /mi-‘gɛl/

- Voor een drieklank: 1 volle klinker tussen 2 halfklinkers.

49. averiguáis, limpiáis, apreciéis

frequente drieklanken zijn:

iái = /jaj/ iéi = /jɛj/

(Geschreven) accent?

Het (al dan niet geschreven) accent valt altijd op de volle klinker. Of het accent geschreven wordt hangt gewoon af van de reeds geschetste regels. Bvb.:

  • bueno (meerlettergrepig woord dat eindigt op een klinker; dus: klemtoon op de voorlaatste lettergreep);
  • amáis (meerlettergrepig woord dat eindigt op een s; dus: klemtoon op de voorlaatste lettergreep; de uitspraak is echter /a-‘majs/, dus: accent schrijven);

Valt de klemtoon op de zwakke klinker, dan is er geen sprake meer van een twee- of drieklank die één lettergreep uitmaakt, maar van een hiaat (een opeenvolging van 2 volle klinkers die elk tot een verschillende lettergreep behoren): de zogezegde halfklinker wordt terug een klinker en het geheel wordt in meerdere lettergrepen uitgesproken.

vb.: líe (vs. lié), acentúo (vs. acentuó) = /’li-ɛ/ vs /ljɛ/, /a-θɛn-‘tu-ɔ/ vs /a-θɛn-‘twɔ/ 

Het quasi-huwelijk tussen de schrijfwijze en de uitspraak is zo sterk dat, om de uitspraak van de grondvorm van een woord ook in zijn afgeleide vormen te kunnen behouden, de schrijfwijze soms aan de uitspraak aangepast moet worden, en dit volgens de net geschetste regels:

werkwoorden:

perseguir /g/ : persigo /g/

* persiguo /gw/ (* = ‘fout’)

colocar /k/ : coloque /k/

* coloce /θ/

rogar /g/ : rogué /g/

* rogé /x/

averiguar /gw/ : averigüe /gw/

* averigue /g/

rechazar /θ/ : rechace /θ/

* rechaze /θ/

De normale schrijfwijze voor /θ/ vóór i en e is immers c! Hoewel de z altijd /θ/ uitgesproken wordt, verandert ze in c vóór e/i, omdat de regel zegt dat in ± 99.9 % van de gevallen /θ/ vóór e/i c geschreven wordt.

cocer /θ/ : cuezo /θ/

* cueco /k/

acoger /x/ : acoja /x/

* acoga /g/

maar: bajar /x/ : baje /x/

* bage /x/

Een j wordt altijd op dezelfde manier uitgesproken (nl. /x/), maar in de grondvorm verandert ze nooit in g omdat we daarvoor niet beschikken over zo'n strikte regel zoals bij de z.

zelfstandige naamwoorden:

una vez /θ/ : veces /θ/

* vezes /θ/

una reja /x/ : una rejilla /x/

* una regilla /x/

bijvoeglijke naamwoorden:

blanco /k/ : blanquísimo /k/

* blancísimo /θ/

largo /g/ : larguísimo /g/

* largísimo /x/ 

Dus: 

Een j verandert nooit in g !
Omgekeerd verandert een  g wel noodzakelijkerwijze in j.

Bij de z en de c is de relatie er een van wederkerigheid:  c verandert noodzakelijkerwijze in z, maar deze laatste kan ook in c veranderen.